In het kader van de bestrijding van malafide praktijken is het belangrijk dat de geldstromen helder verlopen. Strakkere regels inzake het uitbetalen van gelden vanuit de derdenrekening geven duidelijkheid in de geldstroom vanuit het notariskantoor. Dit voorkomt belastingfraude en andere malafide praktijken. Sinds 1 januari 2008 gelden daarom voor de uitbetaling van gelden bij onroerendgoedtransacties strengere regels.
Beleidsregel
Bij onroerendgoedtransacties betaalt de notaris alleen geld uit aan degene die als partij optreedt bij de akte en aanspraak kan maken op de uitbetaling op grond van de rechtshandeling die in de akte is neergelegd. Er kunnen omstandigheden zijn waarbij (een deel van) het geld dat de notaris onder zich heeft, moet worden aangewend om bepaalde schulden te voldoen. In een dergelijk geval mag de notaris aan een ander dan de rechthebbende uitbetalen.
Toelichting
De notaris is verplicht de opbrengst over te maken naar het rekeningnummer van de partij die krachtens de in de akte neergelegde transactie recht heeft op betaling (hierna te noemen: de rechthebbende). Het bedrag dient te worden overgemaakt naar een rekeningnummer van de rechthebbende bij een bankinstelling als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht dan wel een bankinstelling in het land waar de rechthebbende zijn woonplaats heeft.
Uitzonderingen
Onder bepaalde omstandigheden mag op de beleidsregel een uitzondering worden gemaakt. Het betreft dan betalingen die in nauw verband staan met de transactie zelf en waarvan het bestaan ook eenvoudig controleerbaar is.
Als uitzonderingen worden o.a. genoemd: betaling van hypothecaire schulden, afossing van overbruggingsleningen van erkende financiële instellingen, betalingen aan overheden en verenigingen van eigenaars, betaling van gebruikelijke vergoeding aan makelaars, bemiddelaars en taxateurs, betalingen aan aannemers van vervallen aanneemtermijnen en betalingen aan een collega notaris.
Het bovenstaande betekent dat het de notaris niet is toegestaan van de geldsom andere leningen dan die van hypotheek of bepaalde overbruggingskredieten af te lossen dan wel openstaande schulden te voldoen. Evenmin mag geld worden overgemaakt als schenking aan kinderen of in een andere verhouding dan waarin partijen zijn gerechtigd (bijvoorbeeld bij gezamenlijke eigendom ieder voor de helft mag niet aan een van de gerechtigden 100% worden uitbetaald. Zijn partijen in het kader van een verrekening bij het einde van een huwelijk of samenleving anders overeengekomen, dan mag overeenkomstig die verrekening worden uitbetaald, mits van deze verrekening blijkt uit een door partijen ondertekend stuk). Ook mag bij een overdracht door een dochtermaatschappij de opbrengst niet naar de holding of een andere dochter worden overgemaakt. Dit geldt ook bij buitenlandse rechthebbenden.
NB: De beleidsregel staat wel toe dat de notaris schulden aflost indien deze aflossing door de hypothecaire kredietverstrekker als voorwaarde wordt gesteld voor het passeren van de akte. Dit brengt met zich mee dat premies voor opstalverzekeringen, woonlastenbeschermers etc., rekeningen van keukens, badkamers, auto’s etc. niet door de notaris worden voldaan tenzij betaling daarvan door de hypothecaire kredietverstrekker wordt verlangd.
Samengevat
Ongetwijfeld zullen er nog uitzonderingen zijn die niet hierboven zijn vermeld, maar daar wel onder horen te vallen. In dat geval is het van belang dat de notaris zich de strekking van de beleidsregel realiseert:
Het behoort niet tot de taak van de notaris als overboekingskantoor op te treden voor een cliënt. De cliënt ontvangt van de notaris de opbrengst en dient daarmee zelf zijn betalingen te verrichten. Op deze wijze blijft de betalingsstroom vanuit het notariskantoor helder en inzichtelijk.