Een hypothecaire geldlening bestaat uit twee elementen: de geldlening en de hypotheek. Hypotheek is de zekerheid die de geldlener (hypotheekgever) geeft aan de geldverstrekker (hypotheekhouder). Dit recht houdt in de mogelijkheid voor de geldverstrekker om zijn vordering met voorrang op het onderpand te verhalen. De geldverstrekker heeft als hypotheekhouder de mogelijkheid om het onderpand te laten veilen en om zijn vordering te voldoen uit de verkoopopbrengst. Ook zal bij een verkoop door de eigenaar zelf, de geldverstrekker zijn lening met voorrang terugbetaald krijgen, omdat met de koper afgesproken zal zijn dat het onderpand vrij van hypotheek moet worden overgedragen.
Het bedrag dat door de hypotheekhouder maximaal bij de veiling op de verkoopopbrengst kan verhalen, wordt het “inschrijvingsbedrag” genoemd. Dit kan het bedrag van de lening zijn, maar vaak wordt geadviseerd om te kiezen voor een “verhoogde inschrijving”. Hierbij is het inschrijvingsbedrag hoger dan de hoofdsom van de lening.
De reden voor deze verhoogde inschrijving is dat het dan mogelijk is om de hypotheek te gebruiken voor toekomstige geldleningen. Als later wordt overeengekomen dat de hypotheekhouder nog aanvullende geldleningen verstrekt, dan hoeft hiervoor geen hypotheekakte te worden opgemaakt, zolang het totaal van de hoofdsommen van de leningen niet hoger is dan het inschrijvingsbedrag.
Het voordeel van deze verhoogde inschrijving dat daarmee mogelijk notariskosten en kadastraal recht wordt voorkomen. Een verhoogde inschrijving heeft echter ook nadelen. Als een aanvullende geldlening zou worden gevraagd aan een ander dan de oorspronkelijke geldverstrekker, dan wordt rekening gehouden met de verhoogde inschrijving.
Voorbeeld:
A is eigenaar van een woonhuis, waard €200.000. Hij leent €100.000 bij Bank B en geeft hiervoor aan Bank B hypotheek met een hoofdsom van €200.000. Als hij later een hypothecaire geldlening wil afsluiten bij Bank C dan zal de verhoogde inschrijving een probleem zijn. De hele waarde van het woonhuis is immers in zekerheid gegeven aan Bank B. In de praktijk kan dit worden opgelost door het inschrijvingsbedrag te verlagen, maar dat kost dan weer extra notariskosten en kadastraal recht.
Het is dus belangrijk bij de keuze voor een verhoogde inschrijving stil te staan bij de vraag of het denkbaar is dat later een tweede hypotheek zou moeten gevestigd ten behoeve van een andere geldverstrekker. Is dit het geval, dan is deze verhoogde inschrijving wellicht een minder goed idee.
Over het algemeen is het verstandig om te kiezen voor een verhoogde inschrijving, maar -afhankelijk van de omstandigheden- dus niet altijd.